De teckel is een eigenzinnige veelzijdige jachthond en is door de eeuwen heen gefokt op moed, doorzettingsvermogen en slimheid. Daardoor is een teckel, hoewel klein, een hond met een groot karakter! U zult er bij de meeste teckels moeite voor moeten doen, om hem onder appèl te krijgen. Een teckel is zeer aanhankelijk jegens de baas en buitengewoon waaks. In tegenstelling tot veel andere hondenrassen zoeken teckels heel bewust oogcontact.
Het jachtinstinct wil nog wel eens moeilijkheden opleveren, waardoor u een teckel met veel jachtpassie niet of nauwelijks los kan laten lopen in het buitengebied. Aangelijnd houden is in dit geval het beste, anders bestaat de kans dat u uren aan het wachten bent voordat uw hond weer terugkomt.
Teckels worden gefokt in drie verschillende maten en haarvariëteiten, waardoor er in totaal negen soorten bestaan. De drie maten zijn van groot naar klein:
- standaard teckel (borstomvang vanaf 35 cm, gewicht tussen 9 à 10 kilo);
- dwerg teckel (borstomvang van 30 tot 35 cm, gewicht tussen de 5 en 7 kilo);
- kaninchen teckel (borstomvang tot 30 cm, gewicht tussen de 4 en 5 kilo).
De drie verschillende haarvariëteiten zijn:
- korthaar (de kortharige teckel is de oervorm van de teckel en heeft daarom de meest rastypische eigenschappen);
- langhaar (de langharige teckel is de zachtaardigste van de drie soorten);
- ruwhaar (de ruwharige teckel is de felste van de drie en wordt het meest voor de jacht gebruikt).
U kunt hier het PDF-bestand downloaden over de rasstandaard van de teckel.